U bevindt zich hier: Home Het Museum Tentoonstellingen-archief 2015-2020 Tussen Artis en Nieuwe Ooster. Theo Thijssen in Amsterdam-Oost * januari-oktober 2017
woensdag, 08 augustus 2018 22:16

Tussen Artis en Nieuwe Ooster. Theo Thijssen in Amsterdam-Oost * januari-oktober 2017

Theo Thijssen groeide op in de Jordaan en Oud-West, maar in de tweede helft van zijn leven (1912-1943) woonde in Amsterdam-Oost: lang in de Transvaalbuurt, kort in de Watergraafsmeer. Al sinds 1902 werkte hij als onderwijzer in de Oosterparkbuurt, tot 1921. En in 1943 werd hij er begraven, op de Nieuwe Ooster.

Wat betekende Oost voor Theo Thijssen? Hoe zagen  zijn woningen er uit? Wie waren zijn buren en hoe ging hij met ze om? Met welke bekende buurtgenoten (onderwijsmensen, schrijvers, politici) had hij contact? Hoe liep hij van huis naar school? Waar wandelde hij met zijn leerlingen (en waar woonden die)? Welke kapper knipte zijn walrussnor? En wat schreef hij over zijn buurt? Daarover ging het in deze tentoonstelling.

Theo Thijssen was vanaf 1899 onderwijzer op scholen in Amsterdam-Oost, het langst op Openbare Lagere School No. 104 aan de rand van het Oosterpark. Sinds 1909 woonde hij kort in de Pretoriusstraat en lang (1913-1937) aan de rand van het Pretoriusplein (nu Steve Bikoplein), daarna tot zijn dood in 1943 op de Hogeweg en Bredeweg in de Watergraafsmeer. Maar in de expositie en begeleidende brochure passeren veel meer plekken in Oost. Zoals Artis, het Oosterpark en de Ringdijk, waar hij met zijn leerlingen wandelde. En de twee Ajax-stadions langs de Middenweg!
De expositie werd geopend door ex-tv-journaalpresentator Marga van Praag. Haar vader Max (zanger) en oom Jaap van Praag (Ajax-voorzitter) woonden in hun jeugd bij Thijssen om de hoek.

CITAAT VAN DE MAAND

"Jarenlang heb ik het stilgehouden, de jongen uit het oliewinkeltje. () Zijn moeder was een ongetrouwde juffrouw, maar hij had een erg aardige oom, die dikwijlss avonds in het kamertje achterhet oliewinkeltje kwam zitten. En dan dronken ze een glaasje pons of zo, en hij, Ferdinand, kreeg ook een glaasje, met een beetje veel water er bij.  ()
Na een ruzieavond is de oom weggebleven, en toen kwam er een nette kommensaal, die aanspreker was. Het was in de influenzatijd* en de aanspreker verdiende grof geld.

 (De jongen uit het oliewinkeltjes, in: De Nieuwe School juli 1910, herdrukt de bundel Egeltje, 1929.) 

*Thijssen bedoelt waarschijnlijk de griepepidemie in de winter van 1889-1890.

Navigeer

Locatie

    • Eerste Leliedwarsstraat 16
    • 1015 TA Amsterdam
    • 020-4207119
    • Donderdag t/m zondag van 12.00 - 17.00

 

 

Familie Familie