U bevindt zich hier: Home Theo Thijssen Biografie Jeff Lafranca
Jeff Lafranca

Jeff Lafranca

Niet zonder reden is Theo Thijssen weleens (in modern jargon) een ‘mannen-man’ genoemd. En jazeker, vooral als jongeman voelde hij zich zeer thuis in de masculiene wereld van stoerheid en kameraadschap.

Hoe dan ook waren vele vrouwen belangrijk voor hem: geliefd en minder geliefd, en in talrijke rollen. Moeders, echtgenotes, zussen, grootmoeders, tantes, zussen, dochter en schoondochters, winkeliersters, dienstbodes, schoolmeisjes, onderwijzeressen, jeugdboekenschrijfsters en andere ‘dames’. 
De tentoonstelling werd geopend door Rik Thijssen, Theo’s kleindochter, net als hij werkzaam in het onderwijs.

Jan Ligthart en Theo Thijssen: twee grote namen uit de Nederlandse onderwijsgeschiedenis.  En allebei geboren in de Jordaan! Bondgenoten in de allereerste jaren van de 20steeeuw, waarna hun wegen zich scheidden. Maar het wederzijds respect bleef, zij het niet steeds met zo veel woorden.
Ligthart, 20 jaar ouder dan Thijssen, werd het bekendst door zijn leesboekjes over Ot en Sien. Maar belangrijker was eigenlijk dat hij velen de ogen opende voor de individualiteit van het kind. Daarmee inspireerde hij onder meer Thijssen.  Net als Ligthart schreef Ligthart overigens een prachtrig boek met jeugdherinneringen.

Een opvallend onderdeel van de expositie was een grote landkaart van Nederland met daarop aangegeven alle Theo Thijssenscholen en Jan Ligthartscholen.

Deze tentoonstelling sloot aan op een grote tentoonstelling  Amsterdams buurtwinkels in het Amsterdam Museum.  Het was ook onze grootste tentoonstelling ooit, want een stevig stuk Jordaan diende ditmaal als ons ‘buitenmuseum’.  Achter de ramen van tientallen al dan niet voormalige winkels hing een plakkaat met foto en tekst over het winkelverleden van het betreffende pand.
Ook ons museum heeft zo’n verleden:  hier was van 1878 tot  1884 de schoenmakerij van Theo Thijssens vader.  Met trots toonden we onder meer twee hier opgegraven schoenen, die vrijwel zeker door vader Thijssen werden gemaakt.
In het museum besteedden we speciale aandacht aan de voornaamste Jordanese winkelstraten van weleer:  de Westerstraat, Nieuwe Leliestraat, Rozengracht, Elandsgracht en de zogeheten ‘Lange Jordaanstraat’ oftewel de Eerste Leliedwarsstraat en alle winkelstraatje die daarop noordwaarts aansluiten.

De expositie werd geopend door burgemeester Eberhard van der Laan. Het enthousiaste koor Puur Mokum luisterde het gebeuren op.  

Najaar 2007 stond Theo Thijssens De gelukkige klas centraal in de CPNB-campagne ‘Nederland Leest’.  Hieraan was een wedstrijd verbonden: ‘Nederland Leest, Nederland ontwerpt’. Lezers werden uitgenodigd om voor deze roman een eigen omslagontwerp te maken. Resultaat: 164 inzendingen! Het Theo Thijssen Museum exposeerde de 30 inzendingen die door de vakjury werden genomineerd. De tentoonstelling werd geopend door prijswinnares Elise Kommer.

De Jordaan was altijd een bijzondere buurt, maar ze werd nog bijzonderder door alle verhalen die eromheen geweven zijn.  Verhalen en gevoelsuitingen in allerlei vormen: romans, gedichten, liederen, toneelstukken, musicals, revues en films: noem maar op. Maar bovendien: vanaf zo’n beetje de jaren zestig, juist toen de buurt ingrijpend, ging veranderen, oefende de Jordaan juist door de oude romantiek ook grote aantrekkingskracht uit op aankomende literatoren. En omdat de even later de woonomstandigheden er veel aantrekkelijk werden, werd het ook enigszins een schrijversbuurt. En voor sommige van die schrijvers werd de Jordaan ook weer al dan niet zijdelings een literair onderwerp.
De expositie liet de Jordaan zien door de ogen van auteurs als Multatuli, Israel Querido, Jac. van  Looy,  Herman Bouber, Theun de Vries,  Jan Mens, Jan Kal, Nicolaas Matsier, Thomas Rosenboom,  A.F.Th. van der Heijden en Suzanna Janssen.  En Theo Thijssen natuurlijk!

Pagina 4 van 16

CITAAT VAN DE MAAND

"Jarenlang heb ik het stilgehouden, de jongen uit het oliewinkeltje. () Zijn moeder was een ongetrouwde juffrouw, maar hij had een erg aardige oom, die dikwijlss avonds in het kamertje achterhet oliewinkeltje kwam zitten. En dan dronken ze een glaasje pons of zo, en hij, Ferdinand, kreeg ook een glaasje, met een beetje veel water er bij.  ()
Na een ruzieavond is de oom weggebleven, en toen kwam er een nette kommensaal, die aanspreker was. Het was in de influenzatijd* en de aanspreker verdiende grof geld.

 (De jongen uit het oliewinkeltjes, in: De Nieuwe School juli 1910, herdrukt de bundel Egeltje, 1929.) 

*Thijssen bedoelt waarschijnlijk de griepepidemie in de winter van 1889-1890.

Navigeer

Locatie

    • Eerste Leliedwarsstraat 16
    • 1015 TA Amsterdam
    • 020-4207119
    • Donderdag t/m zondag van 12.00 - 17.00

 

 

Familie Familie