U bevindt zich hier: Home Theo Thijssen Boeken Kees de jongen (1923)
donderdag, 02 april 2015 19:51

Kees de jongen (1923)

Eerste druk van Kees de jongen, verschenen bij uitgeverij Van Dishoeck. Eerste druk van Kees de jongen, verschenen bij uitgeverij Van Dishoeck.

Dit is ongetwijfeld Thijssens beroemdste roman. Kees Bakels (bijna 12 jaar) is een schoenmakerszoon uit de Amsterdamse Jordaan, die zich in alle tegenslag (ziekte en dood van zijn vader; terugval in armoede van zijn gezin) overeind houdt door dagdromen over hoe het ook zou kunnen zijn. Veel van die rooskleurige maar soms ook sombere fantasieën betreffen zijn heimelijk begeerde klasgenootje Rosa Overbeek.
Een beroemde 'gimmick' door het hele boek heen is de zogeheten 'zwembadpas', een speciale manier van lopen, waarmee Kees snel va school naar het geliefde zwembad kan snellen. Op 16 juni 2001 organiseerde het Theo Thijssen Museum de Dag van de Zwembadpas.
Het boek had een lange voorgeschiedenis, door ons museum belicht in de tentoonstelling 'O, die jongen' (2001). Het eerste losse fragment (meteen al over de zwembadpas) verscheen in 1908 in Thijssens blad De Nieuwe School; in dat blad volgden tot 1915 nog negen fragmenten. Toen Thijssen in 1921 redacteur werd van het pedagogisch vakbondsblad School en Huis verwerkte hij die eerder losse stukjes in een doorlopend feuilleton, dat verscheen van 1921 tot 1923. Een jaar later verscheen het in boekvorm bij Uitgeverij C.A.J. van Dishoeck.
Het boek beleefde sindsdien al zeker 44 drukken. In 2003 werd het verfilmd onder regie van Andre van Duren, met in de titelrol Ruud Feltkamp.

CITAAT VAN DE MAAND

"Jarenlang heb ik het stilgehouden, de jongen uit het oliewinkeltje. () Zijn moeder was een ongetrouwde juffrouw, maar hij had een erg aardige oom, die dikwijlss avonds in het kamertje achterhet oliewinkeltje kwam zitten. En dan dronken ze een glaasje pons of zo, en hij, Ferdinand, kreeg ook een glaasje, met een beetje veel water er bij.  ()
Na een ruzieavond is de oom weggebleven, en toen kwam er een nette kommensaal, die aanspreker was. Het was in de influenzatijd* en de aanspreker verdiende grof geld.

 (De jongen uit het oliewinkeltjes, in: De Nieuwe School juli 1910, herdrukt de bundel Egeltje, 1929.) 

*Thijssen bedoelt waarschijnlijk de griepepidemie in de winter van 1889-1890.

Navigeer

Locatie

    • Eerste Leliedwarsstraat 16
    • 1015 TA Amsterdam
    • 020-4207119
    • Donderdag t/m zondag van 12.00 - 17.00

 

 

Familie Familie