U bevindt zich hier: Home Theo Thijssen Biografie Jeff Lafranca
Jeff Lafranca

Jeff Lafranca

dinsdag, 31 maart 2015 09:46

Kees ingekaderd *juli-september 2012

Het zal geen Thijssenfan ontgaan zijn: nadat Kees de jongen in 2003 verfilmd werd, is de roman verschenen als beeldroman. Een fenomenale prestatief, geleverd door de zeer veelzijdige tekenaar Dick Matena. Het Theo Thijssen Musem geeft een kijkje in zijn keuken. Wat gebruikte hij als visuele documentatie? Hoe deelde hij zijn pagina’s in? Hoe zagen de eerste schetsen eruit? We tonen daarvan een aantal mooie voorbeelden. Dick Matena (geboren in 1943) heeft als strip-tekenaar een indrukwekkende staat van dienst. Als 17-jarige trad hij in 1960 als vrijwilliger in dienst bij de studio van Marten Toonder (geestelijk vader van Heer Bommel en Tom Poes) en ontwikkelde zich tot de rechterhand van de oude meester. Zijn eer- ste strip (meteen al op hoog niveai) was De Argonautjes, van 1968 tot 1973 verschenen in weekblad Pep – nog in een cartooneske stijl die aan die van Astérix-tekenaar Uderzo deed denken. In de loop der jaren werd zijn stijl realistischer.

Op één na schreef Theo Thijssen al zijn boeken voor volwassenen. (Nee, Kees de jongen is géén kinderboek!) Toch heet de ‘P.C. Hooftprijs voor de jeugdliteratuur’ sinds 1987 de Theo Thijssenprijs. Dat is minder vreemd dan het lijkt. Al sinds zijn puberjaren zette Thijssen door zijn felle kritieken op net verschenen boeken, zijn meer algemene beschouwingen en zijn eigen Jongensdagen (1909) een nieuwe standaard neer voor goede jeugdliteratuur. Toen de jonge Thijssen, destijds nog leerling van de Rijkskweekschool in Haarlem (de Pabo van toen) zich mengde in de discussie over goed leesvoer voor de jeugd, was bijna iedereen het er over eens dat boeken voor kinderen (pubers incluis) allereerst hoogst opvoedend moesten zijn. In dat licht werden de juist door die pubers verslonden avonturenromans van Jules Verne, Kapitein C. Marryatt, Gustave Aimard en Gabriel Ferry (voorlopers van Karl May) met al hun moord en doodslag als hoogst verderfelijk afgeserveerd. In zijn eigen blad De Nieuwe School ging Theo Thijssen daar in 1909 met veel plezier tegenin.

De grachtengordel bestaat 400 jaar en dat zullen we weten ook. Maar in het gemeentelijk propagandacircus wordt nauwelijks gerept van het feit dat de Jordaan even oud is! Daar willen we wat aan doen. En wel door nu eens te belichten wat die twee zo verschillende buurten in die vier eeuwen met elkaar te maken hadden. Eeuwenlang lagen de rijkste en de armste buurt van Amsterdam pal naast elkaar. Toch leken het tot voor kort sociaal geheel gescheiden werelden. Maar contact was er toch, op vele manieren. Ook binnen beide buurten bestonden meer sociale verschillen dan buitenstaanders vermoeden. In de Jordaan woonden niet alleen paupers en de grachtengordel was niet overal even deftig. De Goudsbloemgracht was een van de goorste stukjes van de Jordaan. In 1854 werd ze gedempt en drie jaar later ging ze Willemsstraat heten, op initiatief van de Vereenniging ten Behoeve der Arbeidende Klasse, onder leiding van de sociaal voelende bankier C.P. van Eeghen.

dinsdag, 03 maart 2015 16:35

Nederland leest

Op 19 oktober 2008 begon de tweede campagne Nederland Leest van de CPNB (stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek).. Het jaar daarvoor stond daarin Dubbelspel van Frank Martinus Arion centraal, ditmaal is gekozen voor Thijssens De gelukkige klas. Dit boek werd een maand lang gratis aangeboden aan bibliotheekleden, maar de CPNB en de bibliotheken lieten het niet bij uitdelen. Ze organiseerden ook allerlei activiteiten rond het boek. Journaalpresentator Philip Freriks trad op als ambassadeur van de campagne, die duurde tot en met 16 november. 

Foto's Nederland Leest

Het plein bij de bibliotheek van Amsterdam wordt omgedoopt tot Theo Thijssen plein. Actie 'Nederland leest', 15 november 2008.
Opening actie 'Nederland Leest', oktober 2008 in Kon. Bib. Den Haag, vlnr 'ambassadeur' Philip Freriks, minister Ronald Plasterk, essayschrijver Jan Siebelink en kleindochter Rik Thijssen.
Okt 2008: ten stadhuize krijgen B&W van Amsterdam een geschenkexemplaar van 'De Gelukkige Klas' aangeboden. Foto Chris van Houts
Het bord van de Theo Thijssentrein wordt na afloop van de actie 'Nederland Leest' aangeboden aan de directeur va het Theo Thijssenmuseum, Jan Carmiggelt.
Phillip Freriks bij de start van de Theo Thijssen trein.

 

 

 

dinsdag, 03 maart 2015 16:34

Sport en spel dag

Allemaal even Kees de jongen



Nee, zo overweldigend als zes jaar geleden – de legendarische Dag van de Zwempadpas – was de belangstelling niet, afgelopen zaterdag 16 juni in en rond de Westerkerk tijdens de Grote Theo Thijssen Sport- en Speldag.Maar toch meldden zich – ondanks de zorgelijke weersvooruitzichten – een 300 enthousiastelingen in de kerk.
Het programma was er ook naar – al zeggen we het zelf – met de ene socioloog en historicus na de andere, die de historische ontwikkeling van sport en spel in de hoofdstad en met name tijdens het leven van Theo Thijssen telkens in een nieuw quasi-wetenschappelijk daglicht plaatsten.

Ruud Stokvis belichtte met smakelijke details de opkomst van de sport, Dennis Bos versloeg met terugwerkende kracht het Palingoproer van 1886, en Lia Karsten en Carolien Bouw belichtten gedocumenteerd de betrekkelijke teloorgang van het spelen op straat. 
Maar (hoe onrechtvaardig misschien ook), de meeste bijvak oogsten toch de minder wetenschappelijke bijdragen. De meesterlijke vertelling van bioloog Mida Dekkers, die de sportbeleving van onze landgenoten genadeloos afserveerde. Of de kostelijke alternatieve sportquiz van Matthijs van Nieuwkerk – ‘Boekje hoog, boekje laag’ - en het (opnieuw) hilarische optreden van de kennelijk onsterfelijke Rob van Reyn samen met zijn onafscheidelijke compaan en Thijssen’s meesterverteller Hans Dagelet. En de hoogverheven muziek van Jan Eilanders nieuwe band ‘De Hoofdmannen’ (wat waren ze trots te mogen optreden in de Westerkerk!) en – last but least – de onvergankelijke klanken van violiste Vera Beths en haar fabelachtige leerlingen.
Zoals de traditie wil liepen we weer flink uit, zodat het middagprogramma pas ver na tweeen kon beginnen. Nog steeds regende het niet…En dat betekende bokspringen, tollen, hoepelen, blikjes gooien en ga zo maar door.
Zwembadpassen, dat was er natuurlijk ook bij . En dankzij de onvermoeibare wedstrijdleider Paul Spies en spreekstalmeester Jan Meng kwamen de wedstrijdonderdelen ook nog goed terecht. Ondertussen heerlijke (salsa-)muziek van het Amsterdamse dansorkest Los Lamelos, een kostelijke schermdemonstratie en een werkelijk overdonderende turnshow onder leiding van Frans Paul la Crois. Hij overtrof ieders verwachtingen en dat bleek wel uit de spontane medewerking van het publiek. Een meeslepende demonstratie van het moderne straatvoetbal o.l.v. oud-international en Ajax-jeugdtrainer Bryan Roy (ja hij!) besloot het
gebeuren achter de Westerkerk. Ja, achter de kerk, want stadsdeel Centrum had een kleine vergissing gemaakt: een grote milieubeschermende fototentoonstelling rond de kerk was vergeten, toen de Stichting Theo Thijssen een vergunning aanvroeg. Achter de kerk dus, en het stadsdeel betaalde de extra-kosten voor extra-publiciteit (waar moeten onze bezoekers
zijn?) grif; dat dan weer wel. En eigenlijk was het omdanks de honderden toeschouwers /deelnemers best wel mooi intiem, daar op dat omsloten en verlaten parkeerterrein. Regenen deed het nog steeds niet, maar helaas, toen Kees en Rosa te paard de overwinningsbekers kwamen brengen, begon het te druilen. Niet getreurd, want toen het echt ging hozen nodigde Jan Eilander de diehards uit om onder het zeil van het podium de regen te trotseren en mee te zingen met zijn bijna onnavolgbare versie van ‘Heen en weer’, het lied van de Zwem-
padpas. Het was een bijna surrealistische vertoning, al die mensen in de
stroomregen, zingend en swingend naar een onvergetelijke climax.
We hadden het weer geklaard. Matthijs van Nieuwkerk belde me de zondagavond daarop vanuit zijn vakantieadres in Zuid-Frankrijk. Hoe leuk hij ’t gevonden had, en hoe we dat toch iedere keer voor elkaar kregen, zo gezellig, zo onnavolgbaar.
Ik kon slechts glimlachend te verwijzen naar de club die Stichting of Museum Theo Thijssen heet. Met die mensen doe je dat…

Jan Carmiggelt, directeur Theo Thijssen Museum.

{youtube}2fhrcpBesjQ{/youtube}

Pagina 12 van 16

CITAAT VAN DE MAAND

"Jarenlang heb ik het stilgehouden, de jongen uit het oliewinkeltje. () Zijn moeder was een ongetrouwde juffrouw, maar hij had een erg aardige oom, die dikwijlss avonds in het kamertje achterhet oliewinkeltje kwam zitten. En dan dronken ze een glaasje pons of zo, en hij, Ferdinand, kreeg ook een glaasje, met een beetje veel water er bij.  ()
Na een ruzieavond is de oom weggebleven, en toen kwam er een nette kommensaal, die aanspreker was. Het was in de influenzatijd* en de aanspreker verdiende grof geld.

 (De jongen uit het oliewinkeltjes, in: De Nieuwe School juli 1910, herdrukt de bundel Egeltje, 1929.) 

*Thijssen bedoelt waarschijnlijk de griepepidemie in de winter van 1889-1890.

Navigeer

Locatie

    • Eerste Leliedwarsstraat 16
    • 1015 TA Amsterdam
    • 020-4207119
    • Donderdag t/m zondag van 12.00 - 17.00

 

 

Familie Familie